Kagoshima en Beppu

Kumamoto heeft een mooi kasteel waarvoor we een tussenstop maken op weg naar Kagoshima. De gebouwen van Kumamoto castle zijn geheel herbouwd, maar de dikke bomen op de omliggende muren vormen het bewijs dat het hier om een echt oude plek gaat. Het kasteel is zeker de moeite van een bezoekje waard, zie de foto’s hieronder.

      

    

In de middag reizen we verder naar Kagoshima, waar we verblijven in hotel Gasthof. Hier is echter weinig Duits aan en wij hadden nog gehoopt op een biergarten, want terrasjes zijn schaars in Japan.

‘s Avonds lopen we naar de kust en zien de vulkaan Sakurajima voor het eerst, deze rookt stevig. Aan de kust is het wat industriëler dan verwacht, havenbedrijven en een ferry-terminal. Er is een soort moderne boulevard neergezet met een voetgangerszone van steigerplanken. het heeft een beetje een foute sfeer, ….Bataviastad op zijn Japans. We eten er in een kitscherig euro/american steak-house een prima biefstukje en lopen daarna terug naar hotel Gasthof.

De volgende dag doen we rustig aan, we zijn een beetje moe na alle indrukken van de voorgaande dagen. Eind van de ochtend gaan we op pad, om een paar fietsen te huren. Dat kan bij de JR office, maar die sturen ons naar een andere fietsenmaker. Dat pakt goed uit, bij Tommi Harrari, krijgen we na enig zoeken twee MTB hybrides mee die passen. Die van mij is een Trek met een frame van 57 cm. Met Nanna’s fiets komt het ook goed als het zadel flink omhoog en een stuk naar achter is gezet. Da’s fijn een fiets die past 😀

  
   We kopen spullen voor de lunch en gaan naar de Sengan-en garden. Dat is nog best even zoeken, we volgen de grote weg, maar bij een tunnel zoeken we de fiets/wandel-route eromheen. Dat lukt niet in een keer we klimmen de verkeerde heuvel op en met uitzicht op de pas loopt de weg dood; terug en opnieuw proberen. We vinden de juiste doorgang en rijden richting de kust en niet veel verder is de Sengan-en garden. 

We lopen een flink eind de tuin in en vinden een schitterend picknickplekje bij een mooie vijver. We eten noedels, gegrilde pijlinktvis-reepjes en gemarineerde kippelevertjes en -hartjes. Lekker en super genieten van de mooie plek; voor ons de vijver en achter ons de Sakurajima vulkaan.   

    

  

      

Na de lunch lopen we nog een rondje door de tuin en maken wat foto’s, we zien achterin de tuin zelfs nog even een wild zwijn. Na de tuin doen we een rondje museum, maar die was nogal matig vergeleken met de tuin. Eén oud harnas dat het fotograferen waard is, maar geen serieuze katana te zien, de hele vakantie nog niet overigens, maar hier werden de specialisten opgeleid, dus had ik die zwaarden hier wel verwacht. 

  
We fietsen terug en maken een rondje door de stad. Bij het aquarium kijken we even hoe twee mannen bezig zijn met het trainen van twee dolfijnen in het buitenwater. 

‘s Avonds eten we weer eens bij een echte Japanner. Engels wordt er niet gesproken, maar we krijgen wel alle aandacht en met de telefoon en een vertaalprogramma komen we er wel uit. Wulken als amuse, supermooie selected sashimi en daarna nog wat black pork gerechtjes met rijst. Lekker en leuk, ook de gastvrouw doet haar best het ons naar de zin te maken. We krijgen wat kleine “cadeautjes”, zakjes zoutjes, sojasaus in een visvormig flesje en een mini-vlieger. De rekening is wat aan de stevige kant, BTW en service toeslag komen er nog bij. We rekenden op ¥6000,- en het werd ¥8000,-. Ach ja, het eten was goed, gewoon blijven lachen.

   
 

De volgende dag pakken we de veerboot naar Sakurasjima en lopen daar eerst een stuk van de lava trail, nou ja trail, als alle fietspaden er bij ons zo bij lagen! We fietsen vervolgens naar de observatory en dat is een hele klim. 7km vol op de pedalen om 375m te stijgen. Gelukkig hebben we fietsen waarmee dit gaat, maar we komen wel zeiknat van het zweet boven. Het observatorium is een betonnen gebouw van 3 verdiepingen met een winkeltje onderin en een omloop boven. Zeg maar een sjieke uitkijkpost, maar meer ook niet. Het is de plek het dichtst bij de vulkaan die je via de weg kan bereiken.

   
         

We fietsen weer naar beneden en dat gaat rap zat. We hebben het plan om het eiland rond te fietsen, maar er waait zoveel vulkaanstof rond, dat we het niet meer leuk vinden. Het kraakt tussen onze tanden en waait in onze ogen. We lunchen nog even op een plekje in de schaduw en geven het dan op. Terug naar de boot en dan naar het hotel. Douchen en kleren wassen!

We relaxen even op de kamer en eind van de middag gaan we weer op pad. We fietsen naar het aquarium en zoeken een bankje langs het water en trekken een paar biertjes uit de rugzak. Proost! Terrasjes doen ze hier niet aan, dus dan moeten we er zelf maar wat van maken. Lekker lui chillen in de zeewind. We kletsen nog even met een Amerikaan die een time-lapse van de vulkaan staat te maken, 4 uur opnemen voor 50 seconden film. Dus die had wel tijd voor een praatje!

   
 Dan is het tijd om onze fietsen weer in te leveren. Nanna denkt een aardig shabu-shabu restaurant gevonden te hebben en daar lopen we naar toe. Met het wifi station in de rugzak en google maps op de telefoon is zoeken verleden tijd, werkt supergoed. Na een wandeling van ca 10 minuten lopen we het zaakje binnen en er is slechts 1 tafeltje bezet. We worden gewenkt te gaan zitten en zoeken dus een tafel uit. Tot zover alles prima, maar dan hebben we weer een handgeschreven menukaart en een chefkok/gastheer die geen Engels spreekt. Hij heeft er ook niet zo’n zin in lijkt het. Met wat moeite bestellen we pikante octopus salade, advocado met tonijn en shabu-shabu met black pork. Shabu-shabu is een soort fondue in bouillon in ons geval met wat groenten en plakjes spek. Het is de specialiteit van de streek en op internet lezen we enthousiaste verhalen van mensen uit o.a. Singapore. Wij zijn wat minder enthousiast, gekookt vlees is niet echt ons ding. Uiteindelijk houd je soep over, maar die schijn je dan weer niet op te moeten drinken.

Op de terugweg komen we langs de izakaya vlak bij het station, deze zag er op de heenweg ook al gezellig druk uit, dus we stappen naar binnen en bestellen een biertje. Dan zien we dat ze gewoon in de bar een BBQ aan hebben staan. Ik wordt gelijk enthousiast en bestel met wat hulp van de meneer naast ons gegrilde vissekop van amberjack en een portie zeeslakken. We bestellen er ook sake bij, een lekkere fruitige. We kletsen nog wat met de buurman, die met bewondering volgt hoe ik die vissekop ontleedt en verorber. Hij bestelt voor ons een rijsthapje dat ook op de grill gaat. Lekker allemaal! 

   
  

 

De volgende dag gaan we naar de Kaimon dake vulkaan om deze te beklimmen. Daarvoor meten we wel 2 uurtjes met een boemeltreintje, maar het weer is toch matig dus wat geeft het. Aangekomen in Kaimon regent al, dat was pas voorspeld voor het eind van de middag. We zetten toch maar door, lunchen even snel met de meegebrachte sushi bij het station en trekken onze regenkleding aan. Ik trek mijn regenjas weer uit als de klim echt begint. Nat worden doe ik toch wel! Het is immers een klim van een slordige 900 hm. We lopen omhoog door een erg mooi sub-tropisch bos. Varens, mos, struiken en daarboven flinke bomen. Mooi licht. We komen gaandeweg steeds meer groepjes Japanners tegen die op weg zijn naar beneden. Vrijwel allemaal gekleed in een volledige bergsport outfit met regenhoed. Met verbazing/verwondering kijken ze naar mij; ze vinden het maar raar dat ik in die koude regen in een korte broek en t-shirt de berg op loop. Na een goed uur lopen wordt het pad wat lastiger met grote blokken steen. Gelukkig blijft dit vulkanische gesteente lekker stroef als het nat is. Na 2 uur wandelen en klauteren komen we op de top. De vegetatie is veranderd, hier staan alleen nog maar azalea’s en ze bloeien, best mooi. Verder is er nul uitzicht, behalve een perfect grijze lucht. Het waait er behoorlijk en na 5 minuten te zijn geteisterd door horizontale regen, krijg ik het koud en is het hoogste tijd om terug naar beneden te gaan. Da’s even omschakelen. Vooral de houten wiebeltrapjes zijn enge dingen naar beneden. Al lopende komen we er achter dat we waarschijnlijk de trein van 16:48 net gaan missen. We besluiten ons niet te haasten, want veilig beneden komen staat voorop. Toch hebben we aardig de gang erin als we af en toe een groepje inhalen die we op weg naar boven tegenkwamen toen zij al aan de afdaling waren begonnen. Wat me steeds opvalt is hoe makkelijk ze voor je aan de kant gaan, het lijkt wel of het hen een eer is. Steeds “Konnichiwa” als je iemand tegenkomt en “arigatou gosaimasu” als je er voorbij gaat.

   
   De trein missen we op tien minuten, maar een half uur later gaat nog een bus, de volgende trein pas om 19:20. We trekken even wat droge kleren aan onder iemands afdak, want het regent nog steeds. Dan nemen we de bus naar Ibusuki. Daar hebben we een uurtje overstaptijd, mooie gelegenheid om even te eten. We nemen allebei Champon, zo’n lekkere bak noedelsoep met spek en zeevruchten. Daar knappen we van op! In Ibesuki pakken we de trein terug naar Kagoshima, dat duurt een uurtje. 

We halen nog wat hapjes bij de supermarkt en op onze kamer is het douchen, eten en dan slapen!

Beppu
Om 10:30 pakken we de trein in Kagoshima en reizen we via Kokura naar Beppu. Beppu is de stad van de onsen, geisers en hellen. Onsen zijn natuurlijk verwarmde baden, hellen zijn bronnen die gekleurd zijn door zwavel en andere zouten die uit de aarde met het water mee omhoog komen. 

Wij hebben daar een ryokan geboekt met privé onsen. En wij verheugen ons vooral op die onsen, gezien de stijve beentjes na de activiteit van de afgelopen 2 dagen. We verheugen ons om diezelfde reden wat minder op het zitten bij de lage tafel op de tatami matten.
De ryokan is nog een ritje met de bus, maar dat is allemaal zo gevonden. De man in uniform bij het busstation wijst ons vriendelijk de juiste bus aan.

We checken in en bekijken onze kamer, best mooi allemaal. We kleden ons om en doen even een bakkie thee aan de lage tafel. De vrouw des huizes is ondertussen op zoek naar een kimono in mijn maat. Ze maakt grapjes met me over mijn postuur, maar in zo gebrekkig engels dat ik alleen de strekking mee krijg. 

Na de thee lopen wij even Beppu in even een biertje halen en even relaxen bij het voetenbad. Best grappig en een leuke plek om in contact te komen met andere voetenbadgasten. We maken wat foto’s en lachen met elkaar omdat het stoombad zo verschrikkelijk heet is dat je denkt dat je huid eraf komt.

  
Tegen etenstijd gaan we terug naar onze kamer en kleden ons om in onze kimono’s. Er blijkt een misverstandje, het eten wordt niet boven geserveerd aan onze lage tafel, maar beneden aan de grote tafel. Daar zijn we niet rouwig om. Het eten is geweldig, overvloedig en ziet er ook nog eens prachtig uit. Samen met het Poolse stel, dat ook erg van het eten geniet, heben we het reuze naar onze zin.

   
  

Na het eten is het tijd voor de onsen. Zo dat bad is heet! Na er flink wat koud water bijgedaan te hebben gaat het. Af en toe even koud douchen en even afkoelen. Natuurlijk hoort daar een sakeetje bij en die haal ik dus nog even uit onze kamer.Na een uurtje of zo, zijn we hartstikke rozig en gaan we lekker slapen.

  
We worden veels te vroeg wakker, want de zon gaat om 4uur al op hier en de verduistering is zo goed als afwezig. We proberen het wat te rekken, maar om zeven uur zijn we buiten. Ontbijt halen en even een parkje opzoeken. We beginnen dus ook strak om acht uur aan het rondje hellen, de toeristische attractie van Beppu. Zie foto’s. Tegen de middag hebben we ze allemaal afgelopen en gaan we op zoek naar een lunch tentje in de buurt van het station. Dat wordt een ietwat aftands uitziend ramenzaakje, maar het eten is er prima en er komen veel lokalen eten, da’s altijd leuk.

   
  
      

           
‘s Middags lopen we nog even door wat warenhuizen heen en chillen we in het park bij de zee. Lekker relaxed.

‘s Avonds zijn we de enige gasten in de ryokan, dat vinden ongelofelijk. Voor de rest verloopt het precies zo als gisteren. Het eten is niet veel anders, maar daar hadden we eigenlijk ook op gehoopt 😊.

   
   Na het eten weer lekker badderen en daarna slapen!

De volgende ochtend betalen we en nemen hartelijk afscheid van onze gastvrouw.

Wij kunnen ryokan “Onsenkaku” van harte aanbevelen.

  

6 Responses to “ “Kagoshima en Beppu”

  1. Ruud says:

    Leuk om alles te lezen. Veel plezier

  2. jenny says:

    He,jullie hebben het wel naar je zin!! Hartstikke leuk dat blog van jullie en ook veel fotoos.Mooi,hoor!!Groeten,jenny

    • Nanna & Mathieu says:

      Wij hebben het zeker naar ons zin. Het is hier zo anders, maar wel heel erg. Nog 3 dagen Osaka en dan vliegen we zondagochtend weer terug. We gaan overmorgen naar het aquarium hier, wat het grootste is van de wereld…….

  3. Duncan says:

    Ohhhhh zo’n kimono wil ik ook wel!

  4. Iris says:

    Ziet er allemaal zo leuk en lekker uit! En weer zo’n mooie Iris! Krijgen jullie nog wat mee van die aardbeving die deze week weer op het nieuws stond? Hopelijk is het voor jullie alleen maar genieten. Overigens ook erg leuke foto van Mathieu als Japanse krijger.

    • Nanna & Mathieu says:

      Wij hebben gelukkig niets gemerkt van die aardbeving. Wij hebben het hier erg naar ons zin, maar helaas zit het er al weer bijna op. We zitten nu in de trein naar Tokyo, waar we morgenochtend het vliegtuig pakken. Zondagavond zijn we dan weer thuis.

Leave a Reply to Iris Cancel reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>